Er zit een zelfde format achter wat ook te zien was bij miles. De basisfunctionaliteiten van de multimedia-omgeving blijken bij al deze functies een rol te spelen. De volgorde van aanbieden is nog onbekend. Wat je nu van elk kind of student op welk moment aan moet bieden is nog onbekend.
Filmpje gaat over onderwijsvernieuwing. Het filmpje bestaat uit korte momenten. Geen lang fragment. Het is zeer van dichtbij gefilmd en dat is erg belangrijk omdat daar de inhoud van de cd-rom beter in uit komt. Deze beelden zijn met twee camera’s g
efilmd.
Talking heads zijn erg slecht,
daar heb je niets aan.
Bij deze cd-rom ontstaat een stukje interactiviteit, door scaffolding. Je gebruikt kijkwijzers om je te helpen.
Wat vind je van stage-opnames van 50 minuten om na te bespreken? Het is zeer de vraag of je 50 minuten helemaal moet zien. Volgens John zou je dit complete sessies 2 a 3 per jaar laten zien en dan korte fragmenten. Maar daar is John niet zozeer mee bezig.
Een Canadees onderzoek geeft aan dat de emotionele betrokkenheid beter wordt en door goede begeleiding kan de reflectie veel dieper worden. Je kunt door film veel meer op andere dingen letten dan direct noodzakelijk. Dat is ook valkuil maar door kijkwijzers kun je dit voorkomen.
Zouden kinderen zichzelf ook op kunnen nemen en daar ook van kunnen leren. John beaamt dat kinderen van nu sterk beelden kunnen begrijpen.
Wat vind John van deze interface om studenten zelfstandig een multimedialogboek te laten maken? Ja dat moet kunnen in Den Haag is daar al een student bezig om zich hierin te verdiepen.
Een beeldend portfolio vindt john een meerwaarde, indien je duidelijk aangeeft wat je laat zien en waarom heb je dat zo gedaan.
Bij alles is de vraag naar het doel het belangrijkste. De vraag is aan de orde voor welke studenten, welk situatie kan video werken. Daar
weten we nog weinig van. |