inleiding

Nieuwe media & populaire beeldcultuur.

 

De maatschappij waarin we leven, wordt voornamelijk zichtbaar gemaakt door media als, de televisie, tijdschriften en kranten, internet en video, maar ook de reclame en beelden uit onze naaste omgeving. Het beeld dat wij hebben van onze omgeving, wat er in het land, de wereld gebeurd krijgen we vooral via de verschillende media. Onze omgeving wordt hoofdzakelijk gevormd door beelden.

Beelden die ons via de reclame zeggen hoe je gekleed moet zijn, dat je regelmatig op vakantie moet, beelden die door vormgeving en ritme proberen te blijven boeien en beelden die door de media en de voortdurende herhaling en eenvoudige impact van mooi en duidelijk ons een norm en waarde gedrag aanbieden waar we niet meer omheen kunnen.

De huidige beeldcultuur oefent een grote invloed uit op ons denken en ons gedrag.

 

Ieder kind heeft z'n superhelden uit onderzoek blijkt dat kinderen hun superhelden ontlenen aan tv-programma's.

Als het kind ernaar kijkt, is het geïnteresseerd in de acties van het  model. Als kinderen geen interesse voor televisiegeweld hebben, dan kijken ze er niet naar en als ze er toevallig tegenaan zappen, dan heeft het programma vanwege een gebrek aan interesse geen effect.

Televisiegeweld heeft de grootste invloed op kinderen die opgroeien in een gezin of buurt, waarin lichamelijk geweld wordt gebruikt om problemen op te lossen. Dit komt doordat televisiegeweld in dit soort gezinnen meer aansluiting vindt bij al bestaande waarden en normen.

uit: vierkante ogen,  patti valkenburg  uitg.balans A'dam 1997.

 

Het geheel wordt versterkt door de postmoderne elementen van deze beeldcultuur. Er zijn geen scherp omlijnde instanties meer die aangeven hoe en wat deze tijd of cultuur voor mensen zou moeten betekenen.

De sterk gegroeide diversiteit; de toenemende globalisering; de mediatechnieken die alles op elk moment zichtbaar kunnen maken; de veranderende markten en belangen over de hele wereld; het zijn zovele factoren die maken dat het individu zelf moet beslissen.

Het individu moet veel zelf bepalen en kan zich binnen de nieuwe media en daaraan gekoppelde beeldcultuur in verschillende gedaantes identificeren.

 

Het postmoderne, of te wel in welke tijd leven wij.

Ieder heeft z'n eigen ervaringen, alle normen ben jezelf.

De consumptiemaatschappij als het tijdperk van het voleindigende zelf. Geen trend of stroming, zelf geen mening. Alles is fragmentering. Het nieuwe of modieuze is er in veelvoud, conform de commerciële leus, voor elk wat wils.

Ieder z'n eigen nieuwigheid. Iedereen z'n eigen gelijk.

Smaak    mensen, media en trends  Zwolle  Waanders 1999

 

Aan het maken van beelden en het bekijken van beelden kan door bijna iedereen op deze wereld worden deel genomen. De communicatie van de visuele media zet alles in beelden om en schept voor velen de enig geldende werkelijkheid. Toch kan je spreken dat de meesten niet weten waar ze naar zitten te kijken. Ze consumeren de beelden zonder te weten hoe ze naar deze beelden moeten kijken. Er wordt wel gesproken van visueel alfabetisme, immers zien is geloven.

Beelden worden gebruikt om ingewikkelde informatie snel over te brengen. In het proces van overdracht speelt het visuele een centrale rol, maar wordt daar wel voldoende kritisch mee omgegaan?

 

De essentie van beelden kan nooit in woorden worden gevat, toch is er een behoefte om beelden bespreekbaar te maken. Het ontwikkelen van een taal om beelden meer bespreekbaar te maken mag niet verward worden met de talrijke mogelijkheden die beelden zelf hebben om iets tot uitdrukking te brengen.

Visuele geletterdheid kan niet alleen volstaan met het verwerven van inzicht in de betekenis-mogelijkheden  van beelden en het visuele in het algemeen, maar ook in de ontwikkeling van een vaardigheid om visuele informatie op een of andere manier mededeelzaam te maken..

uit: vierkante ogen,  patti valkenburg  uitg.balans A'dam 1997.

 

Beelden roepen een onmiddellijk proces van herkenning en begrip op dat over de grenzen van talen en culturen lijkt heen te gaan, doch eigenlijk moet je vaststellen dat men niet in staat is de verschillende lagen in één beeld te herkennen. Het kunnen duiden van de codes zowel op het vlak van het expressieve als op het vlak van het afgebeelde en de culturele en historische betekenis blijven onbekend.

 

smaak.

Ieder mens heeft het in zich, de vitale impuls om iets te verzinnen. De creatieve consument weet wat hij wil en kiest. Hij wil eigenzinnig zelf dingen maken, zelf veranderingen aanbrengen, zelf verantwoordelijk zijn.

Leven en laten leven

Er komt steeds minder verschil tussen hoge en lage cultuur, de of te wel, creatief combineren en hergebruiken.

anything goes.

Smaak    mensen, media en trends  Zwolle  Waanders 1999

 

Reclame en commerciële boodschappen gaan ervan uit dat hun impact niet bewust worden meegenomen, ze zinspelen op de associaties en weten dat de informatie die zij kwijt willen toch z'n doel bereikt.

Het wordt dus tijd voor het ontwikkelen van een taal om over beelden te praten en tevens beter inzicht te krijgen in de toepassingen van het beeld voor eigen gebruik. De presentatie die in de verschillende media via beelden zo gemakkelijk tot ons komt, zou door ieder van ons getoetst moeten worden op:  “hoe er in beelden met mensen en gevoelens wordt omgegaan”. Dus niet alleen inzicht in de werking van beelden maar vooral de vaardigheid om over visuele informatie te communiceren. Het vereist, bewuster leren kijken, beelden leren analyseren en het herkennen van de functionele domeinen als b.v. reclame, ontspanning, kunst, verslaggeving.

 

Het mediasysteem, de producent van de pseudo-events, de communicatieve schijnvertoningen die het onderscheid vervagen tussen zijn, schijn, echt en onecht. waarheid en onwaarheid.

 

Een virtuele omgeving nodigt uit tot surfen, tot verkennen.

We zijn in een onvermijdbare dialoog met ons publiek, dat wil zeggen, dat publiek ook in dialoog is met ons. Misschien zijn er helemaal geen dialogen alleen maar monologen.

We zitten alleen maar vast aan gedragspatronen.

Het medium is belangrijker dan de mensen.

We lenen onze betekenis aan het medium

Ieder is z'n eigen schepper, met beelden, woorden of geprojecteerde ervaringen, een illusie. De illusie die ontstaat doordat je wil communiceren.

Zelf de handeling tot communiceren blijkt een illusie.

Smaak    mensen, media en trends  Zwolle  Waanders 1999

Beeldcultuur.

Media educatie moet aandacht krijgen niet alleen in het licht van consumenten educatie, maar ook moet de expressieve werking die tot een interessante presentatie kan leiden beter worden benut. De media vertoont over alles in haar beelden een duidelijke mening, terwijl kinderen en volwassenen de verschillende getoonde meningen niet onderscheiden en te weinig kritisch toetsen. Media educatie heeft vooral te maken met praten en vragen stellen over de media en de werking ervan. De voortdurende reflectie op wat beelden doen, kan ons de betekenis van populaire beeldcultuur een volwaardige plaatsgeven binnen de interactie met de werkelijkheid.

 

Ontwerpers, schrijvers, architecten, directeuren, managers, enzovoort vragen zich in toenemende mate af of er wel een betekenis volle richting zit in hun werk, dan alleen om er mee bezig te blijven omdat het zo onderhoudend kan zijn. Zij blijven verantwoordelijk voor de veranderingen die zij voortdurend proberen aan te brengen. Ze zijn uit alle macht op zoek naar een bevestiging van hun eigen bestaan.

Ze proberen vat te krijgen op 'Whereishere'.

Tegenwoordig vragen de mensen zich af "Doe je het of doe het niet? Heb je een mobiele of niet, heb je gants of nikes, maar toch wel reebok. Hoeveel kanalen kun jij ontvangen, ik heb al breedband…

Het zijn signalen. Signalen, acroniemen, onderscheidingstekens, medailes en door min of meer spectaculaire, esoterische, vitalistische, macabere rituele. Wat de stamtekens ook mogen zijn ze onttrekken zich allen aan een oordeel over smaak.

Immers wat voor smaak vertonen deze tekens van consumptie?

Smaak    mensen, media en trends  Zwolle  Waanders 1999

 

Het zijn de diepere vragen van de mens. Immers allen de mens kan zich zo afvragen, of hij zich prettig voelt, wie hij is en doet wat hij denkt te moeten doen, met de vraag hoe hij kan doordringen in de diepe duisternis van de lucht om hem heen.

Bekijk de website WAAR KIJKEN ZE NAAR

Beluister een citaat over mediagebruik

Bekijk een filmpje met tv-kids

Bekijk de volgende artikelen:

Boudewijn Buch

Trends

Villa achterwerk

 

 

 

[intro] [inleiding] [verschijningsvorm] [lessen]