hart02
criteria

Onderwijs en het Postmodernisme

 

Opdracht:

  • Beantwoord de vragen en vergelijk jouw antwoorden met die van de studenten van je groep.
  • Kom via groepsoverleg tot gemeenschappelijke standpunten.
  • Formuleer interviewvragen voor een onderzoek naar de mate waarin je stageschool beantwoordt aan de huidige, Postmoderne tijd.
  •  

    Karakteristieken van de huidige, postmoderne tijd

     

    • Individualisering
    • Beeld- en informatiecultuur
    • Gevoel en ervaring als norm
    • Kleine verhalen i.p.v grote verhalen
    • Tolerantie/onverschilligheid (relativisme-exclusivisme)
    • Pluriformisering (multiculturele samenleving)
    • Materialisme (consumptie) en spiritualiteit
    • Fragmentisering / segmentisering (rollen)
    • Globalisering (mondialisering)
  • Karakteristiek

    Uitwerking in het onderwijs

    globalisering

    Wereldeconomieën worden in toenemende mate met elkaar verbonden, er trekt dagelijks een immense stroom toeristen over de aardbol en via elektronische media houden wij contact met mensen over de hele wereld (Ad Verbrugge, 2007). De hele wereld wordt als het ware een dorp.

     

    • Waartoe wil je de kinderen opleiden: Nederlander, Europeaan of wereldburger? Welke gevolgen heeft dat voor de vakken?
      Of vind je daarentegen dat er meer aandacht voor de eigen omgeving of eigen identiteit (als Nederlander, Twentenaar of bv. Almeloër) moet komen?. Zie bv.
      www.WatWasWaar.nl
  • beeld-en informatiecultuur,

    consumptie

    Het Postmoderne kind moet meer beelden per dag verwerken als het middeleeuwse kind in een jaar. Bovendien is door de voortschrijdende technologie de mogelijkheid om mensen met beelden te beïnvloeden (zie bijvoorbeeld reclame!) groter dan ooit. Zie bv. www.youtube.com/watch?v=UP_17lrS3MI.

     

    • Moet er een vak “beeldbeschouwing” komen, zoals taalbeschouwing, om (de werking van) beelden te kunnen begrijpen? Wat zou dat vak dan moeten inhouden? Wat wil je met dat vak bereiken ?
    • Wanneer je internet gebruikt als informatiebron, heb je bepaalde basiskennis nodig, anders weet je niet welke informatie je nodig hebt en waar je die informatie kunt vinden. Welke basiskennis is dat? Neem als voorbeeld een kunstbeschouwingles over de Nachtwacht van Rembrandt: welke basiskennis heb je nodig om dit schilderij in zijn tijd te kunnen plaatsen?
      http://entoen.nu/
    • Wanneer je gebruik maakt van internet als informatiebron, weet je niet wat de waarde van je bronnen zijn. Hoe voorkom je dit probleem?

    Gevoel en ervaring als norm

    Ervaringsgericht leren is leren door doen (in tegenstelling tot leren uit bv. een boekje). Door ervaringen bouw je kennis op en verwerf je vaardigheden.

    Kinderen leren ervaringsgericht als ze ergens actief mee bezig zijn en later kritisch terugkijken en tot waardevolle inzichten komen en op grond daarvan hun mening veranderen. Ervaringsgericht leren is gebaseerd op de veronderstelling dat kennis begint bij de persoonlijke relatie tot het onderwerp. Zo kun je bijvoorbeeld meer leren over een wekker door hem uit elkaar te halen dan er over te lezen. Met name in het Freinet- en Jenaplanonderwijs speelt ervaringsgericht leren een grote rol. Zo ziet de Jenaplanschool zichzelf als “een ontmoetingsplaats van het kind met de wereld” en is leren in de Freinetschool: “het al handelend experimenteel zoeken en ontdekken, waarbij zelf gevonden mogelijkheden in een nieuw verband gezet worden.”

     

  • Multiculturele samenleving

    Vind je segregatie ( bv. het ontstaan van zwarte en witte scholen) een ongewenste ontwikkeling?

    • Wat doe je met ”allochtone” feestdagen, kledingvoorschriften en andere gebruiken in het licht van de identiteit (uitgangspunten) van de school? Welke leerstof kies je? Denk bv. aan aardrijkskunde, geschiedenis
  •  

    Individualisering /fragmentisering

     

    In de Moderne tijd waren de meeste mensen lid van een gemeenschap (gezin, straat, buurt, politieke partij, vereniging enz.) Door urbanisering (verstedelijking) ontkerkelijking, uiteenvallende gezinnen, multiculturalisering van de buurt enz. “brokkelt het cement tussen de stenen af” en ontstaat een maatschappij van mensen die los van elkaar staan en in grote mate op zichzelf zijn aangewezen. Aan de andere kant is er een grote maatschappelijke vraag naar sociaal en communicatief vaardige mensen(in instellingen, bedrijven enz.).

     

  • In het Freinetonderwijs staat het samenwerken in het teken van coöperatief overleg, met als doel: opvoeden tot democratie. Kinderen leren om samen op democratische basis hun groep/klas school te organiseren. Ze worden daardoor goed voorbereid op een democratische samenleving.

     

    Het Jenaplanonderwijs is de voortzetting van de oorspronkelijke opvoeding. Daarom is een innige samenwerking tussen ouders en school noodzakelijk.

    Exclusivisme en relativisme

    In de Moderne tijd beschouwde men uitsluitend de normen, de tradities en het onderwijs van de Westerse cultuur als maatstaf (zie ook bij “globalisering”, hierboven).

    Het Postmodernisme vindt dit standpunt elitair, exclusief en te ver verwijderd van onze ervaring. Volgens deze opvatting zijn alle opvattingen gelijkwaardig en is elke interpretatie niet beter of slechter dan de andere. Zo bestaat er volgens de postmodernisten geen verschil tussen Kunst en kitsch en zijn er geen Meesterwerken in de kunst.

    • Wat vind je van deze opvatting? Wat betekent dit standpunt voor het onderwijs?
  •  

     

     

     

    [Home] [In2me] [In2school] [In2future] [IBM 1] [criteria] [In2Roots1] [In2roots2] [In2roots3] [IBM2] [In2society] [In2research] [In2spiration] [In2movie]