meneer muis

 

Titel van de les:              

Meneer Muis in het bos,                          

groep 1 /  2

een prentenboek van Leo Lionni

 

Kerndoel                              

Het gebruik van prentenboeken in de klas.

Videofragment prentenboek in de klas

Prentenboeken zijn een populair medium en prima in te zetten bij de vakken tekenen en  handvaardigheid. Vaak blijft het gebruik van prentenboeken in de klas beperkt tot het vertellen of voorlezen van het verhaal. De prenten vormen hierbij een vluchtige illustratie en worden  besproken in termen van cognitie; waar ging het verhaal over? Hoeveel muizen waren er?

De huidige prentenboeken (gouden griffel) hebben meer te bieden. Elke  prent op zich is een wereld vol verrassende invalshoeken. Door andere soorten vragen te stellen bij de prent  kan het verhaal, het thema een  meerwaarde krijgen. Elk kind kan vanuit zijn eigen waarneming meerdere interpretaties leveren en zo de inhoud  rijker maken.

Door deze les zelf te ervaren kan het gebruik van prentenboeken anders  worden dan u gewend was te doen.

In deze les ervaren kinderen dat vaak in populaire prentenboeken met  weinig maar vooral felle kleuren wordt gewerkt terwijl de werkelijkheid veel genuanceerder is.

 

Korte inhoud                             

Naar aanleiding van de inhoud van het prentenboek ;

meneer muis, tekenen de leerlingen zelf een bos waarin meneer muis  wandelt. Dit bos heeft in tegenstelling tot de prenten van Nijntje vele kleuren en kleurvariaties. De technieken, knippen en plakken kunnen hierbij veelvuldig worden toegepast.

 

Kerndoel                           

De leerlingen kunnen werkstukken maken op basis van een innerlijke  voorstelling van een onderwerp. Produktief

 

Doel                                    

De leerlingen kunnen met wasco, kleurpotlood of verf een veelheid aan  kleuren maken. Met behulp van sjablonen wordt een bos gemaakt, waarbij minimaal drie verschillende bomen worden getekend. Meneer Muis loopt in dit bos.

 

Benodigdheden                       

prentenboeken:

Meneer Muis, Leo Lionni en Nijntje , Dick Bruna (bijlage)

materiaal:

Wasco, plakkaatverf, kleurpotloden ,alle kleuren

verschillende kwasten: gekleurd papier, wit A-4 en A-3

werkblad met drie bomen

scharen lijm / plaksel

sjablonen

 

Ruimte                              

klaslokaal

 

Tijd                                      

klaarzetten 10 minuten

lestijd 30 minuten

opruimen 10 minuten

 

Voorbereiding                                

bekijk de verschillende prentenboeken en analyseer het beeldmateriaal  volgens de vragen, zodat de kleurvariatie vrolijk en somber duidelijk en herkenbaar kan worden gevisualiseerd.

 

LESPLANNING

 

Inleiding                          

Zet de leerlingen in een kring en lees het prentenboek, meneer muis van Leo Lionni in zijn geheel voor.

U stelt de volgende vragen:

·      Waar ging het over?

·      Vonden jullie het spannend?

·      Wat betekent dapperheid?

Stel nu vragen over enkele specifieke prenten op pag. 3 en pag. 16.

Stel de volgende vragen:

·      Wat zie je allemaal op dit plaatje? (rennende muis met jas aan, hoed op,  loopt op een weg, daar staat een huis met poort enzovoort, op de andere prent zie je 8 veldmuizen en meneer muis klimt in boom, grassprieten en zand of stenen)

·      Waaraan kun je zien dat er een muur is en dat er een boom is?  (kleurvariaties, vorm en vooral structuur) De term versieren wordt hierbij aangevoerd (structuren, kleurvariaties, herhalingen)

Laat nu de prenten wederomzien.

·      Bekijk de boom, de boomstam en de bladeren, waarvan zijn deze  gemaakt?

·      Hoe zouden ze dat gedaan hebben? (veel kleuren door elkaar, knippen  en plakken)

·      Laat de leerling dit hardop overleggen. (versieringen, meer kleuren) 

Laat nu een prent uit een prentenboek van Nijntje of in ieder geval een boek van Dick Bruna zien  www.nijntje.nl

(alternatief, Belle en het beest, leeuwenkoning, Disney boeken)

·      Worden hier ook veel kleuren en versieringen gebruikt? (er worden  alleen felle effen kleuren gebruikt)

Uitleg:

Als alles er net zo uitzag als bij Nijntje is het wel fleurig, maar ook eentonig,  omdat er maar weinig kleuren in worden gebruikt .

·      Laat de leerlingen de kleuren bij Nijntje tellen en hardop benoemen.  (ongeveer 4 kleuren)

·      Laat ze dit ook bij meneer muis doen (ongeveer 10, licht en donker, ) 

Bekijk pagina 20 uit het boek van Meneer Muis met de afbeelding van de boze kat..

·      welke kleuren heeft de kat? (donker)

·      Is het een lieve of  een boze kat? (valt aan, boos)

·      Zien jullie bij Nijntje ook donkere kleuren, alsof ze boos is? (nee, bont,  vrolijk)

·      Laat de leerlingen ook in de klas zoeken naar vrolijke en sombere  kleuren (kleding, boekjes, muren)

 

Meneer muis in het bos?

Groep A zijn de wat gevorderde leerlingen m.b.t. de motoriek.

Groep B zijn de wat minder ver gevorderde leerlingen, grove motoriek.

A          Geef de leerlingen in dit groepje een drietal A-viertjes en alle kleuren kleurpotloden die er zijn. laat ze de papieren helemaal met verschillende  kleuren inkleuren. Er wordt nog niet getekend.

B          Deze groep krijgt een groter formaat papier A-3, en de kleuren rode en gele of rode en blauwe wasco of plakkaatverf. Geef verschillende diktes   kwasten. Ze maken dit papier vol met kleuren. Nog niet tekenen.

Let er wel op dat ze niet alle kleuren door elkaar gaan smeren, zodat het  helemaal bruin wordt. Begeleid dit. Laat de leerlingen zien dat ze de kwasten telkens schoon moeten maken als ze een andere kleur gebruiken.

 

Kern                                               

De opdracht

De leerlingen maken een bos van minimaal drie uitgeknipte en opgeplakte  bomen. Deze zijn voorzien van vele kleurvariaties. Ze tekenen naderhand meneer Muis in het bos erbij.

 

Stappenplan

Laat de leerlingen met potlood drie bomen tekenen of deel de werkbladen  met de drie soorten bomen uit.(bijlage)

·      Laat de leerlingen de bomen uitknippen .

·      Leg deze uitgeknipte bomen op het reeds ingekleurde papier en laat ze  neerleggen waar de meeste kleuren zijn.

·      Trek de bomen om met een stift.

·      Knip nu de bomen opnieuw uit.

·      Leg deze op een nieuw schoon A-4-tje, mag wit of elke andere kleur zijn.

·      Plak ze op. Eventueel worden er meer dan drie gemaakt, waarbij veel  kleurenvariatie voorop moet staan.

·      Als de bomen opgeplakt zijn (bos) mogen ze zelf meneer Muis erin  tekenen met wasco of kleurpotlood.

Tip: U kunt wat differentiatie toepassen door de volgende opdracht te stellen.

Als meneer muis blij is welke kleuren zou je hem dan geven? (vrolijke  kleuren, lichte kleuren).

Als hij bang is welke dan?(donkere kleuren)

 

Evaluatie/Afsluiting             

Hang de werkstukken op en vraag in welk bos zou meneer muis het liefst  willen zijn ? (frisse kleuren, vrolijk) Waarom? (vrolijk) In welk bos niet?

Waar zouden jullie willen wandelen? Waarom?

Hang prent van Nijntje en van Meneer Muis erbij.

 

Achtergrondinformatie      

Deze les komt voort uit het gegeven dat kinderen op jonge leeftijd al in  aanraking komen met het fenomeen “prentenboeken”. Voor jonge kinderen zijn prentenboeken een deel van hun populaire beeldcultuur. Dat er binnen de categorie van prentenboek kwaliteitsverschillen te duiden zijn is een feit.

De keuze voor deze twee prentenboeken komt vooral voort uit een onvrede  ten aanzien van het omgaan met beeldtaal. Het ene prentenboek vertoont een globale benadering van de werkelijkheid. Vooral terug te vinden in het  aanbod van  Dick Bruna. Vooral door de aansprekende verhaaltjes en ook door de gebruikte eenzijdige vormentaal zijn ze zeer populair geworden.  Vanuit het vak tekenen betekent dit een verarming aan beeldtaal. In plaats van rijke beelden aan te bieden, gebruikt Dick Bruna platte beelden. Te  vergelijken met TV-programma’s als Veronica’s live tv; of tv-quizen voor volwassenen waarbij het niveau niet boven die van groep 5/6 uitkomen.   Deze prentenboeken of tv-programma’s worden thuis bekeken en zijn vaak populair. Hiermee treedt een verarming van de vormentaal op.

Deze prentenboeken laten zien hoe eenvormig deze plaatjes zijn. Naast  eenvormigheid in beeldtaal geven deze prentenboeken ook een eenvormigheid aan wat betreft inhoud van het verhaaltje gekoppeld aan de gebruikte vormentaal. Er worden alleen primaire kleuren gebruikt. Of er nu  sprake is van verdriet, blijdschap, of andere emoties, In deze primaire kleuren en het gebruik van versimpelde beeldtaal is geen variatie aan  emotie terug te vinden. Alle prenten zijn van dezelfde strekking; zogenaamd vrolijk, rond en stijf.

Om een contrast te laten zien is hier gebruik gemaakt van een bekend,  populair prentenboek met een  “rijkere” beeldtaal. De prentenboeken van Leo Lionni hebben ook een simpele vormentaal echter veel rijker aan  kleurgebruik en meer variatie in andere beeldaspecten. Kinderen vinden dit prachtige prenten en veel sfeervoller. Het verhaal wordt inhoudelijk door de prenten bijgestaan.

Bij Nijntje is dus sprake van meer eenduidige beeldtaal bij de prenten van  Meneer Muis een complexe beeldtaal die beter past bij de zichtbare werkelijkheid.

 

Aanvullende suggestie     

In hobbyzaken of speelgoedzaken zijn allerlei kant en klare sjablonen te  koop. Deze sjablonen kunt u op dezelfde manier gebruiken als de sjablonen van de bomen.

Een mooi effect geeft een licht kleur behang met een relief. Gebruik dit als  papier waarop de kinderen met verf of kleurpotloden werken. Er ontstaat zo een mooie structuur.

Het is ook goed mogelijk om de sjablonen op te laten vullen met allerlei  gescheurde stukjes papier. vooral sitspapier in alle soorten kleuren doet het goed

Literatuur

Meneer muis, Leo Lionni, uitgeverij Ankh-Hermes bv-deventer, 1993

Nijntje, Dick Bruna,

kinderboeken

Werkblad bomen

 

 

[intro] [inleiding] [verschijningsvorm] [lessen]

[intro] [inleiding] [verschijningsvorm] [lessen]